Saturday, April 11, 2009

Londerzeel - Molenpad


Plan - plan.JPG

 

Plan/Beschrijving : Brabantse Kouters – Toerisme Vlaams-Brabant

Afstand : 10 km – 2 uur

Weer : Zonnig – 18°

Londerzeel staat er in de titel maar eigenlijk is dat van Steenhuffel, over Moorhoek, Herbodin, Malderen en terug. Kwestie dat het ‘juist’ is.  Een aangename wandeling geplukt uit het boekske van de provincie maar zonder stuk topo-kaart begin ik er niet meer aan, hoewel ze goed is aangeduid.

Ik parkeer mijn auto aan de kerk van Steenhuffel, rechtover de beroemde brouwerij en loop een 500 m naar het officiële begin. Het geroemde Leireken, maar daar is niks te bespeuren buiten een stuk roest van een stuk trein. Ferm overroepen dat ding. Het weggeske is wel fijn! De oude spoorwegbedding leidt me achter het kasteel van Diepensteyn en zo verder naar de baan van Malderen. Aan het boerderijtje van Rik Poot gekomen zie ik een oude watermolen over de Molenbeek die deze hele wandeling zal bepalen.

 


Rechtsaf nu en voor het eerst krijgen we aardeweg onder de voeten. Eindelijk! De landweg stuurt me kronkelend door het Londerzeelse veld. Het landschap is verbazend authentiek; als ik de moderne afsluitingen wegdenk waan ik me eeuwen in de tijd terug.  De grazende paarden hebben geen boodschap aan mijn gedachten : hoe moeizaam ik vooruit kom en hoe warm het al is. Veel verder kom ik aan een grote weide met schapen. Er lopen lammekes tussen. Nu wil ik graag zo’n jong ding op fotoke hebben (in de hoop dat ze mij niet opsluiten wegens vanalles...). Als ik de draad nader schrikt het beestje zich het apezuur en loopt al mekkerend en bokkend weg. Moeder schaap kijkt ook al niet gelukkig, nochtans zeg ik beleefd “merci madam”.


Het beest zegt ‘beieiieiiihhh’. Er zit een ander jong onverlaat het varken uit te hangen in een molshoop.  En toen gebeurde iets raars. Moeder schaap werd ongerust en haar stem veranderde. Echt waar! Ze zei nu plots ‘meieiieiiiehhh!!’ met een tonaliteit als van een menselijke stem. Het bleek een soort alarm te zijn.  Bij elke tien meter die ik deed langs de weide herhaalde een schaap haar gemekker : “meiieiiieehh!!”.  Zo heel die drie- vierhonderd meter van de schapenweide lang. De ene stem dieper dan de andere, de andere hoger. Bizar!

Aan de afslag gekomen stel ik me de diep filosofische en compleet overbodige vraag of een schaap nu wel zo stom is als het wordt beledigd.  Ik kom tot de conclusie dat ons Heer doordacht te werk is gegaan...

Ik kom voorbij het sprookjesachtige kasteel van Drietoren, waar ik al eens eerder over verteld heb.  En dan stuurt de weg me door een agrarische vlakte waarvan ik niet vermoedde dat ze hier nog bestond.  Zo’n uitzicht! De boer ploegt en zijn voren leiden me naar de horizon.

Kaarsrecht gaat de weg en de zon brandt op mijn hoofd.  Aan de Helshoeve gekomen denk ik dat ik er ben. Mis poes! Er gromt een hond met stevige tanden achter het hek.  Verder gaat de veldweg, en verder... Geen greintje schaduw hier, ik zweet me een ongeluk.

Aan de eerste grasplek die ik vind laat ik mijn boeltje vallen, steek mijn bezwete jasje in mijn rugzak en drink al mijn water op.  Voor het eerst sinds lang in hemdsmouwen op stap!

Eén van de ‘attracties’ volgens het boekje is de Herbodinnemolen. Nou, u kan u de moeite besparen. Het geval is opgekocht, gerestaureerd, privé en strikt niet meer te betreden! Het domein is mooi genoeg... van de buitenkant gezien. Dat zouden ze moeten verbieden. Enfin. Ik loop maar door. Aan de volgende hoeve is mijn koleire rap bekoeld. Er komt een boerin op haar fietske af en zegt me vriendelijk – hoewel nieuwsgierig – goeiedag. “Suikerbieten te koop” staat er op een bordje. Ik zou wel willen madam maar wat moet ik daar mee doen? Mijn rugzakske is al zo vol.

Ik kom nog voorbij een andere hoeve in volle restauratie. Een kast van een boerderij. Half af.  Er loopt een jonge vrouw met een klein meisje in een kruiwagen. Zo helemaal alleen op zo’n gedoe...ik zou er niet gerust in zijn. Achterin ligt wel 20 ton stenen te wachten. Dat allemaal met een deerne met een kruierke?

Afijn, ik moet me daar niet mee moeien. In het veld zie ik een koppel vogels die ik niet ken. Ze hebben een speciaal geluid, vliegen hoog, dan weer laag. Ze zijn groot. Ik vermoed dat het een soort roofvogel is; ik wou dat ik beter vogels kon herkennen.

Bij de laatste kronkels van dit boerenland tref ik een vijvertje. Een van de zovele dat de Molenbeek van nature heeft gemaakt. Een klein paradijs :

Ik maak me de bemerking dat dit land wel érg ‘vlak’ is. Ik ben een stadskind en in Brussel waren er (en zijn!) heuvels. Ik stapte ze op – buiten adem- en rende ze af. Running down a hill. Ook al was het allemaal macadam en kassei. Hier is het hoogteverschil over 10 km in centimeters uit te drukken. Kapelle is geen haar anders.

Ik kom op het laatste stuk en dat is nogal saai langs de grote baan. Hoe snel een mens ontwend is aan zoevende auto’s!  De tocht is haast voltooid. Ik bereik terug Diepensteyn en kan er een ommetje maken. Dat is, waar het mag. Want dit middeleeuwse kasteel is nu een uit de hand gelopen hobby van de familie Van Roy, ze kweken er Brabanders onder andere. Als u deze familie niet mocht kennen, in Steenhuffel doen ze dat wel. Die hebben zelfs geen huisnummer. De eigenaars van Palm.

Door de laatste huizen op weg naar de kerk en mijn auto vraag ik me af hoe het in onze 21e eeuw nog mogelijk is om als brouwer een half dorp te bezitten.

En ik moet denken aan meer dan 25 jaar geleden. Toen ik gebuisd was in de 1ste kan rechten en aan een prof vroeg ‘waarom?’. Hij zei : “een diploma is één ding, het mannetje erachter is een ander”. Het is waar prof. Een kilometer stappen is één ding, hem gaan is een ander...