Saturday, January 31, 2009

“Biezenweiden” – De echte


Plan

Plan/Beschrijving : Welk plan?
Afstand : 4 km – 55 min
Weer : Koud en zonnig – -2°

Traag ging het. Traag! Maar dat is niks. Een mens moet ergens beginnen. En eender welk begin is goed want een begin is een begin, en een eindpunt ook. Of zoiets. Ik snap er niks van. Soit.
Deze morgen ben ik nog eens naar dat stukje tussen Hazewinkel en het jaagpad van de Rupel gegaan. Een stukje dat ik nooit eerder deed; de Biezenweiden. Groot is dat allemaal niet maar het heeft in dit seizoen wel dié eigenschap dat er geen kat is. Behalve als ik begin te miauwen natuurlijk.
Ge moet er u niet veel bij voorstellen. In de winter is dat maar een woestenij van half-vergaan boske en droog riet (wat zou een biezen-weide anders zijn nietwaar?). Een geluk dat in het eerste stuk de grond stijf bevroren was want anders had ik beter laarzen aan gehad. Er was trouwens een tank gepasseerd, denk’.



Tank


Verder zie ik zowaar een schuilhut. Ze was zelfs een beetje ‘versierd’ en hier kunt ge kiezen tussen een pad links of rechts. Ongelooflijk. Een plaatje staat er niet. Ze gaan ervan uit dat ge weet waar ge zijt en waar ge naartoe wilt. Ik neem links. Het pad laveert tussen half moeras en lage bomen. De kleine waterplassen zijn bevroren.


Vorst



Het is koud. De lagen over mijn lichaam beschermen me maar mijn vingertoppen bevriezen in mijn handschoenen. Ik leer wel dat ik dat foto-apparaat kan gebruiken met handschoenen aan.
Het pad loopt dood op de helling van het jaagpad van de Rupel. Ik kruip erop en sta vanzelfs in de ijzig koude wind die over de rivier waait. Maar weet ge wat? Het zonneke schijnt ook en al doet de kou mijn neus druppen, ik geniet van elke teug lucht! Van dit stuk heb ik nog al eens verteld. We passeren de “wasdaferiet” en het kasteeltje De Bocht. De weg verder is nog altijd even privé en de grommende hond is er ook nog. Het is dus allemaal krek hetzelfde maar compleet anders. Ik neem terug het landwegske, tussen de wilgen.



Krom

Krom en scheef staan ze, maar trouw op post. De zon in het oosten doet zo haar best dat ik verblind ben en daardoor niet de kolonie ganzen zie die op het veld naast me zitten. Maar wat verder kom ik aan de surf-vijver van Bloso. De oevers ervan zijn weer bevroren, het midden niet. Er zit een watervogel vlakbij...



Wette ga wel hoe kaat dat da ie es?? Toerist!!


In plaats van de rechte macadam terug naar de auto te nemen doe ik nog een ommetje. Langs een stukje Hazewinkel. De paden zijn er bar slecht, bevroren modder. Een ijzige beek in het zonlicht trekt mijn aandacht.




Beek


Ik kom nog een mens tegen met een chocolade-bruine labrador met labradors enthousiasme. De hond was braaf genoeg en kwam een praatje maken. Dat kon ik van zijn baasje niet zeggen, hoewel de vent zich excuseerde voor zijn hond. Ik aaide de hond over zijn bol en zei hem ‘goedemorgen’; het beest was content. Nieuwsgierig ook natuurlijk naar al die ‘zwarte bulten’ op mijn lijf, mijn camera en rugzakske. Wie zou het niet zijn?


Ik moest denken aan gisteren toen Kobe – mijn Beagle-reu - begon te blaffen dat het niet schoon meer was en ik er eens ferm tegen geroepen heb. Hij zweeg (of beter, ween-jammer-fraseerde zoals alleen beagles dat kunnen). De hond herkende zijn ‘alfa’ en ik weet niet of ik daar nu fier om moet zijn. Ik kan alleen maar hopen dat ons Heer hem het nodige benul heeft gegeven dat zijn baasje ook respect voor hem heeft. En liefde.
De weg naar de auto was verder eenzaam. Ik kwam nog wat drifthout tegen en haaste me verder huiswaarts...



Drifthout

Saturday, January 17, 2009

Het Broek Revisited




Plan/Beschrijving : niks plan
Afstand : 4 km (??) – 40 min
Weer : Grijs en nat – 6°

Het is een triestig seizoen voor een wandelende fotograaf of een fotograferende wandelaar. Alles is grijs, zonder leven en zonder kleur. De knopkes van het apparaat bevriezen aan uw vingers of andersom. Maar een mens kan niet blijven in zijn ‘kot’ zitten, ik toch niet. En daarom, en om die stramme spieren nog eens in gang te trekken, heb ik vanmorgen mijn bottinekes nog eens aangedaan, mijn rugzakske gepakt, mijn zo vertrouwde Broek opgezocht. Met de kap diep over mijn hoofd getrokken en het spiksplinternieuw foto-ding verstopt onder mijn jas; op weg!

En content dat ik was! Er was niks te zien behalve modder en smeltend ijs op de vijvers. Het eerste dat ik tegenkwam was een meute dampend-hijgende joggers – en u kent mijn ‘sympathie’ voor dat soort hobbyisten – maar ik was haast tevreden dat ik ze nog eens zag. Op zijn allerminst hebben die mensen de moed om de winter te trotseren. Ik zet wel een stap opzij.

Dus, wegens de grauwte en het gebrek aan licht maar één fotootje dit keer. Spijtig genoeg laat dit blogske me niet toe om u de volle versie te tonen want daar kunt ge letterlijk met een loep de details bekijken.

Gezien het vreemde smeltpatroon van het water van de vijvers, ik dacht eerst al een bijzonder natuurfenomeen te zien – naïeveling die ik ben! - , moet er hier de voorbije dagen en weken hevig op geschaatst zijn. Dat zou ik niet durven. Het Broek is al zo onvoorspelbaar, om er dan nog eens op de plassen staan te dansen, neen merci. Mensen hebben blijkbaar geen benul van wat er onder dat pelleke ijs ligt, putten van meters diep koud water en slijk. Ik ken het Broek, letterlijk en zonder woordspelingen, als mijn broekzak, ik heb geleerd er respect voor te hebben ook. Maar goed. Ieder zijn meug.

De beginnende regen verplichte me om mijn wandeling in te korten. Spijtig. Ook al was er enkel het eeuwige groen van de klimop, het witte van de verdorde rietstengels, het verzompen veld in grijs-bruin en geen enkele vogel te zien; het is nog altijd volop natuur en rust en lucht. En de belofte van de lente die aankomt. De kiemen rusten nog even. Ssssstttt....