Sunday, October 26, 2008

Klein Willebroek - De Bocht - Biezenweiden


Plan - plan.JPG

Plan/Beschrijving : Eigen route – inspiratie uit ene ‘Willebroek.gpx’
Afstand : 5.5 km + 2 km – 1h35
Weer : Grijs bewolkt – 12°

Ik moet niet zo hebben van een ‘voorspel’ zonder ‘naspel’. Daarom, na het débacle van gisteren, nog maar eens geprobeerd; mét kaartje en beter van buiten geleerd. Met de auto tot aan de straat tussen Hazewinkel en Broekhoven, net voor de bocht, en vandaar te voet.

In de bocht vind ik algauw het steegje, nog geen 50 meter verder vertrekt het pad door de putten die me een stuk kunnen doen afsnijden en die ik op Google had gezien. Echter er staat een grote auto van Provincie Antwerpen, de garde? Ik loop maar door en even verder zie ik een bord met “Domein De Naeyer”, nog verder eentje met “Teken? Wat doe je eraan?” en nog verder het fatidieke “Geen toegang zonder vergunning”. En wat nu?
‘Foert’ peinzen en doorstappen! Na een aantal honderd meters is de karreweg algauw veranderd in een amper merkbaar spoor. Ik loop langs uitgerekte vijvers waar observatiehutten staan voor vogels. Het is er redelijk ruig, niet veel mensen komen hier.


Spoor - P1010645.JPG

Buiten vogelgekwetter heerst er een absolute stilte. Later zal ik lezen en leren dat hier de grootste broedkolonie van aalscholvers in Vlaanderen is. Ik stap maar verder in de hoop het jaagpad van de Rupel te bereiken. Als ik het jaagpad in zicht krijg is er een gesloten hek voor me. Ik sta letterlijk in dubio! Want, daar, een paar honderd meter verder zie ik de Rupel. Maar er is een gesloten poort en ook een overgroeid brugje. Ik weet van het plan dat ik hier een beek over moet en het is me niet duidelijk of dat wel kan. Daarenboven een gesloten poort overkruipen is nog iets anders dan een open weg betreden en het bord negeren. De auto van de garde indachtig keer ik maar op mijn passen terug. Jammer!
Terug aan de kruising volg ik dan maar het fietspad. Dat leidt me door een lelijk stuk industrie naar de Willebroekse vaart en even verder naar de ‘jachthaven’ van Willebroek. Wandelaars zijn er niet, fietsers des te meer.

Accidentje? - P1010652.jpg

Langs de vaart stap ik verder tot in Klein Willebroek. De kleine huisjes en de boten laten me even in Nederland wanen. Op een steiger staat een ‘rare’ vogel. Help Rik!? Wat is dat voor een ras? (Die in het midden...*sigh*...)

Vogel - P1010653.jpg


Wat verder vind ik dan het begin van het jaagpad langs de Rupel. Fietsers zijn er en ene zotte jogger. De wind trekt er. Tesamen met het grijze weer verplicht me dat om mijn jas dicht te ritsen. Maar niet treuren! De smalle macadam van het jaagpad kronkelt en zwiert. Ik bereik het punt waar het eerste weggetje uitkomt. Een geluk dat ik dat poortje niet ben overgekropen! Het brugje lijkt onbegaanbaar en bovendien ligt erachter nog een gesloten poortje! Waarom, vraagt een wandelaar zich af?

Verboten! - P1010657.JPG

Het jaagpad verder volgend zie ik dan uiteindelijk de achterkant van Broekhoven en bijkomende vijverkes. Allen zijn ze het gevolg van de zandwinningen om de kleiputten aan de overkant van de rivier op te vullen. Nu is het een habitat voor watervogels en water recreatie, vroeger was dit gewoon bos. (Met mijn excuses voor de duistere foto’s – het was barslecht weer).


P1010659.jpg

Het pad maakt een scherpe rechts-links knip en voor me zie ik een jogger. Algauw is hij uit mijn zichtveld verdwenen. Wat verder zie ik een vreemdsoortig bouwsel. Na opzoeken – nadien – blijkt dit een poldermolen te zijn en een expirement van de VUB in verband met aërodynamica. De wieken zijn verticale vliegtuig-achtige vleugels. Spijtig dat ze dat niet met Hammerite hebben geschilderd eerst, maar ondanks twee van de drie draait het nog aardig.


Wasdaferiet? - P1010662.jpg

Nog even verder en dan kom ik aan het echte doel van dit tripje. Het geheimzinnige Rupel-kasteeltje zoals ik dat noemde. Het torentje doemt al van verre op maar langs hier kan ik er dichterbij komen. De bomen overgroeien alles maar als ik er dichtbij ben kan ik er toch wat meer van zien. Ik zie in de gevel een steen die zegt : “Kasteel De Bocht”. Aha!


Kasteel De Bocht - P1010666.JPG

Er wordt nu wel aan gewerkt. Alleen de toren vertoond nog de sporen van brand en heeft ontbrekende ramen. Wat is dit ding? In de – bijna – euforie van de wandeling verbeeld ik me dat dit het huis van ‘Le Grand Meaulnes’ van Alain Fournier is. Ik zie haast de kasteeljuffrouw op haar balkon de rivier overturen in haar witte, lange slaapkleed. De gasten toekomen in hun sjieke wagens voor het bal. Gemaskerd zoals het hoort. Met een schudding van het hoofd overtuig ik me dat dit het huis was van een welvarend steenbakkerij-eigenaar.
Maar ook dat is mis, lees ik thuis. Kasteel De Bocht was het jachtpaviljoen van de graven van Hoorn. Van Philippe de Montmorency – graaf van Horn, veroordeeld door de ‘Raad van Beroerten’, het bloedtribunaal van de hertog van Alva in opdracht van Filips II, voor majesteits-schennis en onthoofd op de Grote Markt van Brussel in 1568. Zijn lichaam werd begraven in Weert; het Scheldeland inderdaad. Sinds die dag leerden de Brusselaars een paar woorden Spaans. Gelijk “mokke” van ‘mujèr’ en nog een paar andere die ik omwille van goed fatsoen niet mag uitspreken hier. Wat een stomme wandeling een mens kan leren! En vier eeuwen later zijn hart kan laten ontvlammen!! Enfin... Geuze drinken we nog altijd... Philips en Margaretha ten spijt. Maar weten we nog waarom?
Voorbij het kasteeltje moet ik een weg in. Die is er inderdaad, maar wat staat er??!! “Privaat weg”!! Ik val bijkans omver! Dat is helemaal geen privé weg! Enkel omdat daar maar één huis staat? Ik loop er toch door. Maar niet voor lang. Vanachter een haagske komt daar een loebas van een hond blaffen! *@!!
Dan maar even verder, er is een boerenweg tussen de weiden die me naar het uiterste puntje van Broekhoven leidt en vandaar op een kaarsrechte weg terug naar de auto.


P1010676.JPG

Saturday, October 25, 2008

Oxdonk



Plan - Oxdonk.jpg

Plan/Beschrijving : Provincie Vlaanderen + eigen route
Afstand : 9 km – 1h40
Weer : Zonnig – 12°

Voorspel :
Deze morgen op weg naar Klein Willebroek en Broekhoven. Tenminste d at was het plan. Want ik had me een beetje misrekend. Mist! Ik zag geen 50 meter ver. Snotvalling! Mijn neus bleef maar druppelen. Toch maar op weg gegaan om me 2 km verder te realiseren dat ik verkeerd gelopen was. En dat met een stafkaart en een spik-splinternieuw kompas in mijn rugzakske. Het is niet verboden om te lachen.... Ik ben een amateur nietsnut (hoewel... ‘niet’..). Balen! En niet de gemeente nee. Dan maar op mijn stappen terug gekeerd op die saaie macadam en stoepen. Stomme industriezones godv**! Die maken rapper wegen en straten dan de plannekes of Google Earth kunnen volgen. Terug naar af.

Op de middag naar de glasbol en onderweg staat er een bord met het plannetje van de Oxdonk-wandeling. Uit nieuwsgierigheid een fotoke van genomen en mezelf bedenkend : “wat een zeverderij is da?”. Thuis gekomen ben ik het toch maar gaan opzoeken. Natuurlijk liep het net van mijn nieuw gekochte kaart af. Maar het Net bracht enig soelaas. Het was al haast drie uur maar het zonneke scheen zo schoon, mijn bottinekes stonden daar te smachten naar buiten en mijn rugzakske was toch al klaar. Waarom dan niet? Op weg!

Nu moet ge weten Oxdonk dat ligt in mijn achtertuin. Een kilometerke verder is het ‘officiële’ startpunt; ik daar dus naartoe. Met gemengde gevoelens maar met de stevige overtuiging om die bordjes nu eens helemaal te volgen. En dat heeft me niet gespeten.
Na een dikke kilometer sta ik op een aardeweg met alleen weiland om me heen. De herfstzon is mild maar nog net warm genoeg en ik verwonder me over zoveel rust, zo dicht bij huis. De bordjes leiden me door een straatje waarvan ik dacht dat het doodliep. Voor een auto ja! Maar niet voor een wandelaar.

Van waar komt wie? - P1010629.JPG

Behalve een race-fietser kom ik niemand tegen. Het is eens wat anders. Ik geniet van de omgeving en ben een beetje verbaasd zelfs over zoveel natuur zo dicht bij huis. Ik passeer een beekje. Het water ervan is zo helder dat ik de bodem ervan zie. Hier in Kapelle? Het landschap is ronduit beminnelijk.

Symmetrie - P1010631.jpg

Natuurlijk kom ik onderweg de nodige mooie huizen en gerestaureerde hoeves tegen. Ik benijd de mensen een beetje die daar wonen. Hoewel ik mij toch afvraag waarom je nu persé moet damherten gaan houden of lama’s. En waarvoor zo’n straf licht kan vandoen zijn.

Lampske! - P1010635.JPG

De pijltjes sturen me verder naar door een klein straatje en op het einde naar rechts, een onverharde dreef in voorbij een boerderij. Ik vraag me af dit wel de 21e eeuw is hier. Nochtans zie ik aan de horizon die klapwiekende lelijk “groene” windmolens aan de vaart. Ver kan ik niet zijn. Op het einde van de dreef sturen ze me terug naar rechts. Hier wordt het ruiger! Een sompig doorkliefd pad met modder en verraderlijke putten.

Moor - P1010640.JPG

Ik ben in het bos Van Aa nu. Van ‘bos’ schiet hier niet meer veel van over. Natuur dat zijn plaats herovert, dat wel. Hier zijn enorme putten gegraven voor zandwinning; allen zijn ze vol water geschoten wat grote vijvers heeft gemaakt. Echter de dijken zijn maar een paar meter hoog en breed en dijkbreuk is hier niet denkbeeldig. Vescheidene jaren geleden heeft zo’n dijk het eens begeven waardoor een groot deel van het bos van Aa, en Zemst, onder water stonden. Het is hier mooi maar ook gevaarlijk en langs dat smalle weggeske voel ik me niet echt op mijn gemak.
Maar ik kan er niet aan weerstaan en klim toch maar eens die berm op. 50° steil omhoog over nat gras en slijk maar een paar jonge boompjes helpen me. Dan glooit het wat vriendelijker en nog een meter of twee hoger sta ik op de berm. Verder durf ik niet. Vanaf hier loopt het even steil terug naar beneden en hier uitglijden betekent in het water liggen. In een ijskoude plas onttrokken aan elke blik, ongekend diep en met randen van slik en klei. Brrrr.... Door de boompjes ontrolt zich voor mij een stralend, glinsterend wateroppervlak; gestreeld door de zon, waarop honderden watervogels in luid gekwetter weg- en aanvliegen. Boven mijn hoofd ontvouwt zich de prachtige V van de trekkende ganzen. Ik moet mij troosten met de gedachte dat geen enkel fototoestel van eender welke prijs dit moment zou kunnen vastleggen. En zo dicht bij huis voel ik mij tegelijk zo alleen en op de plaats waar ik hoor. Mijn neus drupt. Of het van een verkoudheid of emotie is kan ik niet meer zeggen.

Zandput - P1010641.JPG

Gisteren nog vroeg iemand me indien ik zou emigreren naar waar ik dan zou gaan. Ik antwoordde Oregon – voor de wouden – maar in waarheid ben ik waar ik moet zijn.
De afdaling van de berm was iets minder elegant, maar daar hebt u geen zaken mee. Ik ben er geraakt zonder modder dan aan mijn schoenen. Het wegje verder af bracht me terug naar “beschaafde” sporen van de boer en verder nog, naar een normale straat. Het laatste stukje aangeduid op de kaart heb ik niet gevonden en dus stapte ik maar huiswaarts...

Adventure in Kapelle? - P1010644.JPG

Saturday, October 18, 2008

Terhagen

Plan
Plan/Beschrijving : http://www.wandelenarco.be/
Afstand : 8,4 km - 1h40
Weer : Half bewolkt – 8°

Ik herinner me... Als kind, op weg naar het grootvaderlijke Turnhoutse huis, reed mijn vader langs Boom en de walmende stank die daar hing was niet te harden; en niet te vergeten.

Nu, 40 jaar later, is daar niets meer van te merken. De steenfabrieken zijn er gesloten, de kleiputten met afval gevuld en daarna met Scheldezand opgespoten, stukken zijn er bebouwd, andere ongemoeid gelaten – of beter aan hun lot overgelaten en het groen groeit er weer.

Deze wandeling is eigenlijk niet mooi, met haar vele asfalt en gewone trottoirs is ze niet plezierig zelfs, maar ze leidt langs een stuk geschiedenis van Vlaanderen. Een stuk vergeten geschiedenis met het klassieke verhaal van arme arbeiders en rijke patrons.

De wandeling vertrekt aan de parking van De Schorre in Boom aan de Kapelstraat. Ze leidt een stukje door De Schorre – een recreatiegebied dat wat aan volk mankeert. Tussen de vijvers en de sportterreinen kom ik al snel op een vlonderpad na eerst een brugje te zijn overgestoken.

Brugje

De vlonders meanderen door de kleiputten en de vegetatie is wat ze is, als je ze laat maar gedijen. Markeringen zijn er maar pover aangebracht, zoals gewoonlijk.

Vlonderpaden

Het pad door deze trieste woestenij leidt me naar een paar trappen die me uit de kleiputten moeten helpen. Wat verder staat er aan een vijverke een reliek van die tijd. Een beroesterd monster.

De laatste baggeraar

Door een parkje bereik ik de uitgang van De Schorre en dit leidt me naar een gewone straat. Vlakaf een saai stuk waar je alleen maar kilometers kan malen. De werkmanshuizen zijn er allang niet meer of op zijn minst omgetoverd tot modernere behuizingen. Stoepen lopen!

De straten leiden me naar en door Terhagen, een gehucht van Boom. Er is hier nog steeds niets te beleven. Ik kwam enkel een bierbrouwer met zijn vrachtwagen tegen en een oudere vrouw op weg naar haar bushalte. Meestal bekijken ze me scheef, deze mensen bekeken me niet. Ik weet niet wat erger is.

De vrij drukke baan brengt me naar een laatste herinnering aan die tijd. Een verlaten ‘kot’ van een steenfabriek. Om de foto te kunnen maken moet ik over de baan rennen tussen de auto’s in. Terhagen is verlaten maar niet van wagens...

Ik kom aan de kerk en het “dorpscentrum”. Rechtover de kerk is er een bakker en de geur van zijn brood doet me verlangen naar een koffiekoek. Maar ik heb geen geld bij. Ik zoek naar een automaat om wat geld te pinnen maar dat blijkt er niet te zijn. Geen koek dan maar!

Er staat wel een stratenplan met de “attractie” van Terhagen. Een oriëntatietafel van waaruit je ‘bij helder weer van Antwerpen tot Brussel kan zien’. Dat staat ook op mijn wandelplannetje en het is mij de omweg wel waard. Langs een pad aangelegd in kasseien/bakstenen stijgt het verraderlijk langzaam.

Omhoog

Buiten de eigenaardigheid ervan kunt u zich deze omweg en klim besparen. Er is boven helemaal niets te zien van de omgeving door opgegroeide zilverberken die alle zicht onttrekken. Het is wél de weg beschreven in de novelles van Piet Van Aken die leidde naar de nu verdwenen gehuchten “De Mussenpotten”, “’t Eyckerveld” en “De Wildernis”. Er gaat een paadje verder met paarse pijl. Later zal blijken dat dit het ‘Piet Van Aken’-pad is. Ik keer op mijn stappen terug naar het centrum van Terhagen.

Ik kom er een paar Getuigen tegen. De vriendelijke mevrouw maant haar mannelijke begeleider aan om me wat ruimte te geven op het enge voetpad. Ik ga een stuk sneller dan hen. Hij geeft schoorvoetend toe. Om zoveel attentie geef ik de mevrouw een welgemeende dank. Als wederblijk krijg ik een schitterende, brede glimlach terug van haar. Wat ik in haar ogen lees hoef ik niet meer om te weten wie de ‘fanaticus’ is onder hen. Vreemd hoe volslagen onbekende mensen hun ziel in één oogopslag kunnen delen, bedenk ik me. Gods kinderen zijn we allemaal, maar hebben we dat allemaal begrepen? En ik moet weer denken aan dat zinnetje : “de weg voor u bestaat niet, je schept hem door te gaan. Kijk achter u en er is geen weg meer. Je kan nooit twee maal dezelfde weg gaan...”. Maar ik dwaal af.

Voorbij de kerk moet ik links een weggetje in dat me naar het jaagpad van de Rupel leid. Hier is een “Kleimuseum” maar het is gesloten. Hier ook staat een uitleg met het ‘Piet Van Aken’-pad dat hier start.

Het jaagpad zelf is meer een brede strook asfalt geïnfesteerd door fietsers. De ene langzaam, de andere een racer waarvoor ik soms in de berm moet springen. Een autostrade of wa?? Ik kom wel uit rechtover dat geheimzinnige, vervallen kasteeltje dat ik al gezien had een paar jaar geleden toen ik de overkant van de Rupel deed met de fiets.

Rupel Kasteeltje


Het jaagpad is verder saai en lelijk. De baksteen industrie is dan misschien verdwenen maar ze is gewoon vervangen door andere industrie. De Rupel zelf is al even vuil en vies als altijd. In de verte zie ik de laatste schouw staan van de steenbakkerijen en die bereik ik al snel, aan het café Steencayken.

Schouw

Het jaagpad stopt hier en gaat noodgedwongen naar rechts. Door een paar hangars waar boten worden gemaakt bereik ik het gehucht ‘de Hoek’, een vreemd samengeperst aantal huizen tussen de Rupel, Boom en de kleiputten. Door een kleine dreef bereik ik terug de kapel aan de parking waar mijn wagen staat. Een jonge moeder wandelt er met haar kind in een wagentje. De toekomstige twijfelende stapper?


“The Big Boobies of Flanders”

Sunday, October 12, 2008

Nerom

Niks geen planneke
Afstand : 500 m of zo – ???
Weer : Zonnig – 19°

Dit is een mini boske,daar enkel naartoe om kastanjes te rapen, omdat het Vrijbroekpark volzet was en om fotokes te trekken van de herfst. Dat laatste viel wat tegen met de 6x6. Te veel volk en te weinig weidse landschappen. Maar ik heb wel wat rare paddestoelen gezien!




Er is een vijverke en daar heb ik geprobeerd om een deftige foto te maken maar die zal wel mislukt zijn vrees ik. Hier ziet het er nog redelijk uit.


Vijverke

Verder is er niks echt. Wat bomen en pleinen....


Hopelijk geeft dat iets op de 6x6...
Na wat omdwalen dan toch nog een alternatief weggeske gevonden. Daar was een weide met schapen. Misschien wel een stuk of 40, 50 maar eentje stond te blééééren omdat ie (ze?) er niet bij kon wegens een tak in de weg en een poel modder. Stopt een schaap daarvoor? Raar beesten, schapen...

Schaap


En dan maar terug? Wat wilt ge nu hebben op 500 m....

Saturday, October 11, 2008

Het Broek - Hazewinkel

http://maps.google.com/maps/ms?ie=UTF8&hl=en&msa=0&ll=51.062652,4.388266&spn=0.026593,0.10952&t=h&z=14



Afstand : 8,2 km
Weer : Mistig daarna zonnig – 9°

Bij deze wandeling lopen we eigenlijk op de begaanbare grenzen van Het Broek en Hazewinkel. Ik vertrek aan de parking van de Broekstraat, enigzins afgelegen maar voor mij wel het dichtste bij. Een alternatieve vertrekplaats is aan de taverne “ ’t Fonteintje”. Daarvoor vind je pijltjes op de weg Mechelen-Willebroek, even voorbij Heffen.

Het was nog redelijk vroeg. Vroeg genoeg om nog mist te hebben en een opgaande zon en onvermijdelijk ook een vroege jogger. Die gasten zullen me blijven plagen... Maar al snel zijn we in het Schoem, het eerste stukje naar de vijver van Hazewinkel (of is dat een meer?).

Het Schoem

Even verder komen we aan de Zwarte Beek. Dat is echt de rand van Het Broek en er staat een boerderij, soms ook paarden. Dat zou een kwekerij van Kowalski paarden moeten zijn – volgens het bordje. Vandaag stonden ze er niet. Wel zie ik rechts de doorregende schoren hooi. Het weiland met zijn lage begroeiing en doorkruist van beken en beekjes is hier typisch. Méér dan de bomen eigenlijk.

Aan de Zwarte Beek

Even verder kom ik aan de kaarsrechte weg van Hazewinkel. Meestal ga ik rechts om een paar honderd meter verder terug het Arkenbos in te duiken maar vandaag wil ik de toer rond Hazewinkel doen en ga dus naar links. Een wat eentonige weg maar je moet er maar een flinke pas inhouden en met het zonnetje in mijn rug is het aangenaam warm. Op weg naar het meest westelijke punt van Hazewinkel!

Hazewinkel in de mist van de opgaande zon

Vanaf daar heb je een zicht op die kaarsrechte weg van 3,2 km lang. Door de mist en de opgaande zon is dat nu moeilijk te zien maar het blijft toch iets raar.

Rechtdoor...

Maar vanaf hier volgen we de oevers van het meer. Ik weet dat er een weg is maar ik was niet zeker hoe goed die begaanbaar is. Dat valt heel goed mee, hij lijkt wel beter aangelegd dan een aantal jaren geleden. Zeker in dit eerste stuk is dat wel anders geweest.

Nu kom ik de eerste joggers en “trainers” tegen. Hazewinkel is van Bloso en verderop is er een ‘fitness’-pad of hoe dat ook heet. Dat heeft tot gevolg dat er nogal wat ‘atleten’ onderweg zijn maar ik stap dapper door, hun even misprijzend als zij mij. Ik kom een oudere man tegen op wandel met zijn hondje en hij zegt me verlegen goeiedag. Dat is nogal wat anders! Natuurlijk wederkeer ik zijn groet.

Er blijkt nu ook een brugje aangelegd te zijn over die beek. Je moet er wel even voor omlopen maar eerder kon je hier kiezen tussen springen, natte voeten of terugkeren. Zeggen dat ik hier met mijn fietske over gekropen ben! Toen, zaten daar een groep motards. Zware jongens. Hoe die daar met hun machines geraakt waren weet ik niet. Hun ‘dames’ lagen er topless te zonnen. En ikke daar tussen met mijn veloke! Niemand of niets legde mij een haarbreed in de weg maar zelfs nu nog, als ik erover terugdenk, ben ik er niet gerust in...

Door het struikgewas zijn er soms mooie vista’s over het meer. En die zon die pal Oost staat.... En die reiger die slaapt op een boei...


Een vogel in het aanschouw van het Oosten...


Welke jogger heeft dit gezien? De rest is een aangename wandeling door zonovergoten bomen in herfstkleur. De paden zijn makkelijk, er staan banken en er zijn grasvelden waar kinderen zouden kunnen ravotten. Ik bedenk me dat je hier ook makkelijk zou kunnen kamperen ware het niet dat het reglement zegt dat dat verboden is. Ik kom er ook twee dames tegen die een halve roedel honden laten zwemmen. De honden zijn zwijgzaam, hun baasjes ook. Een van de dames bekijkt me verlegen. Als ik mijn hoofd naar haar knik draait zij het hare om. Rare beesten baasjes...

Nog steeds verder langs de ‘foltertuigen’ bereik ik algauw de officiële ingang van het Bloso-domein Hazewinkel. Hier zijn de steigers van vertek, de chalets van de atleten, de administratieve gebouwen. Ik zie hoe er een complete bus ‘joggers’ wordt gelost. Het zijn er wel 40 of 50!

Doorstappen maar. Ik bereik nu het meest oostelijk punt van Hazewinkel en van hieruit kun je het hele watervlak overzien. Bij helder weer zou dit duidelijker zijn. Nu lijkt het wel een landingsbaan van een vliegtuig.

3200 m verder

Nog wat verder duik ik algauw weer het Broek in. Hier zijn de Vekeputten. De schuilhut is blijkbaar verdwenen. Spijtig genoeg worden die dingen ’s avonds en ’s nachts voor vanalles gebruikt behalve ‘schuilen’. Dat zal wel de reden zijn waarom ze dan ook worden verwijderd.

Hier ook is het pad aangenaam en mooi in de herfst voor hij of zij die zien wil. Overal zie je die typische plassen en vijvers en meren van het Broek. Met op elk een ganse familie eenden. Het zegt iets over hoe het Broek zompig en nat is en in tijden van zware regen en in de winter vlakaf gevaarlijk voor wie de paden verlaat. Vooral in de winter bij sneeuw moet je hier opletten. Je ziet namelijk het verschil niet meer tussen oever en vijver.


Klein Vekiel

Nu zijn we op vertrouwde weg. Behalve zwaar geparfumeerde tegen liggende jogsters kom ik niks tegen. En relatief eenzaam kom ik in de dreef die me naar de afspanning het Fonteintje leidt. Voor velen is dit de vertrekplaats.

Dreef

Voorbij de afspanning liggen rechts de putten van Lacourt. Het is in het Broek een van de grootste wateropervlakken en er zijn vele vogels. Het is nog wat te vroeg in het seizoen maar later, naar de winter toe, zie je hier vele trekvogels neerstrijken. Nu zijn er enkel wat slapende eenden op een tak. Als ik probeer ze te fotograferen komt plots de “trein” joggers voorbij! Weg vogels! Nou, bedankt jongens en meisjes... Ik zet me in het gras naast de weg en laat de meute door. Als er me al een beziet is het meewarig. Ik heb veel goesting om er eentje een ‘toek’ te verkopen...

Maar ik heb geluk. Ze nemen een omwegske. Daardoor loop ik 500 m verder wéér voor hun en zijn ze verplicht om me wéér in te halen – ikke, de arme clochard te voet. Maar buiten hun verwonderde en ongelovige blikken ben ik nog steeds geen ‘dag’ waard...
Verder maar!

Putten van Lacourt

Nu is het echt het laatste stuk. Langs de Mezenbroek kom ik aan de kapel van OLV van 14 Bunder. Een ‘bunder’ is een landmaat uit de 17e eeuw. Toen waren die maten helemaal niet genormaliseerd en verschilden van streek to streek. In het Antwerpse was 1 bunder =1 vierendeel of 4 dagwand of nog 400 roeden. 1 roede was 20 voeten of 5,545 m. 14 bunder is dus ongeveer 31 km. Alleen is me niet duidelijk of dit nu een lengte- dan wel een oppervlaktemaat is.

Kapel

Na een uur en 40 minuten ben ik terug aan de auto. Dat is niet slecht voor 8 km. Maar het pad is gemakkelijk te gaan. Ik hoefde ook geen kaarten te raadplegen aangezien ik dit goed ken. Alleen het stukje rond Hazewinkel was me wat onbekend. Maar daar kan je niet verloren lopen. Het volstaat om zoveel mogelijk de oever te volgen. Moet een mens reclame maken voor zijn eigen ‘achtertuintje’? Waarschijnlijk beter niet. Maar het is toch een aanrader. Lang genoeg om er wat tempo in te zetten en kort genoeg om een zondagnamiddag mee te vullen. Natuur is er volop en beziens voor hij die kijken kan. Vergeet de ‘hordes’ en geniet van de einders en de reiger!

Herfst

Monday, October 6, 2008

Buggenhout Bos



Plan/Beschrijving : http://www.wandelenarco.be/
Afstand : 6,5 km
Weer : Droog na zéér natte nacht – 11°

Bon. Dus in de vroegte naar Buggenhout. Niet dat dat ver is van bij ons maar het stikte van de kinderen met een veloke en een te zware rugzak onderweg. Echt zoeken naar het vertekpunt moest ik niet doen – ik ken de streek een beetje – maar het is wel waar dat het nergens aangeduid staat. Wie hier voor het eerst komt rijdt verloren.

Er zijn een paar cafés aan de Boskapel met parking en met een bordje : “enkel voor cliënteel”. Ik heb er me niet aan gestoord en mijn auto geparkeerd. Eens het domein van de boskapel binnen (geen foto van wegens nog te donker en te lelijk) op zoek naar de wandelweg. Die is er wel maar is afgesloten door een zwaar ijzeren hek. Waarom kan dat nu goed zijn als langs de straatzijde het hek wijd open staat? Enfin. Terug buiten, wat zoeken en verder is er een weggeske – niet toevallig “Achter de Boskapel” genaamd - waar je uiteindelijk op het goede pad zit.

Het was toch nog vroeg en de ochtend geurde naar de humus van het bos, de vallende bladeren doorweekt van de regen van gisteren. Door de bomen hingen slierten nevel. Een fietser steekt me voorbij en blijkt zodanig verwonderd dat hij nog twee maal achterom kijkt.

Bij de eerste afslag loop ik al verkeerd. Dat plannetje deugt voor niks en dat zal ik geweten hebben. Pas aan het volgende kruispunt merk ik dat ik verkeerd zit. Gelukkig zit ik op een van die “grotere” wegen in het bos en kan daaruit ongeveer afleiden waar ik ben. Ik neem een alternatieve weg die me terug op de route van het plannetje moet brengen. Het blijkt dat de paden hier onderverdeeld worden in ‘wandel- fietspaden’ en ‘enkel voor voetgangers’. Die laatste zijn natuurlijk de mooiste. De andere zijn wel onverharde wegen maar zo breed als een volwassen straat en meestal kaarsrecht. In dit westelijke deel van het bos zijn wel amper wandelaars; of komt dit door het vroege uur?

Nog wat verder is het gewoon zoeken. Géén van die wegen volgt het plannetje en er zijn helemaal geen aanduidingen. Bovendien blijkt, zoals ik al wel eerder heb gelezen, dat lopen op een plannetje én tegelijk van de omgeving van de natuur genieten erg moeilijk is. Ofwel loop je met je neus in je papieren en zie je niets, ofwel kijk je rond en loop je verkeerd. Ik loop dus maar wat verder op goed geluk en mijn aangeboren instinct van richting. Het is er wel erg mooi daar in dat rustige, stille, verzompen herfstbos...

Buggenhout Bos

Niet veel later bereik ik terug de hoofdweg (na eerst nog een stuk misgelopen te zijn – ik zat in de boswachter zijn achterkoerke...). En hier was het wel een geluk dat ik de beschrijving had. Het weggeltje naast het café “l’Hermitage” dat tussen de golfclub terug naat het oostelijke bos leidt is niet vanzelfsprekend om te vinden. Tussen hoge afsluitingen – je zou zo eens de chique golfers moeten kunnen bezig zien – bereik ik terug het bos. Het eerste stuk is een verschrikking. Er worden bomen gerooid en het hele bos is omgeploegd door zware machines. In elke put en putteke staat een halve meter water met daaronder modder. Er staat ook een bordje : “boswandeling omgeleid. Geen toegang.”. Hier stoor ik me ook niet aan en loop gewoon door, waarschijnlijk wel op een pad dat er geen is omdat het ‘juiste’ pad er niet meer is. In werkelijkheid weet ik totaal niet meer waar ik ben. Mijn zelf afgedrukte plannetje blijkt van het vele malen plooien en de druppels die uit de bomen vallen, in dit stukje volledig onleesbaar te zijn.

Verschillende malen liggen er bomen over het ‘pad’, kruipen dan maar! Uiteindelijk kom ik toch op een grotere weg en daar ontmoet ik mijn eerste jogger. Het zal de laatste niet zijn. Deze dreven blijken een parcours voor joggers te zijn. En aangezien het nu na negenen is zijn die ‘lopers’ wakker....



Vuursalamander poel

Het volgende punt zou het “Arboretum” moeten zijn. Ik sta op een kruispunt waar de enige weg naar het bos 90° haaks staat op dat van mijn plannetje. Wat nu? Er staat een bord die me niet wijzer maakt. Na lang twijfelen (ik ga geen macadam lopen) volg ik maar de weg aangeduid door het bord, een kaarsrechte dreef. 500m verder een kruispunt en nog 200m verder een bord met ‘arboretum’ maar wel vanwaar ik kom. Wat is het nu? Dan maar terug op mijn stappen. Dit blijkt inderdaad het ‘arboretum’ te zijn; alleen is dit krek hetzelfde als de rest van het bos, hier en daar hangt wel een bordje met het merk van de boom, dat wel. Nogmaals op meer geluk dan kennis neem ik een bosweggeltje. Ik heb geluk. Het blijkt het juiste te zijn. En ik kom inderdaad over de ‘meanderende’ beek.


Met de S van suske...

Verder nog volg ik maar de beschrijving. Dat blijkt veel juister te zijn dan het plannetje. En zo kom ik inderdaad aan de “Eendenput”. Het lag er wat troosteloos bij in de verzopenheid van de laatste dagen maar het is wel een idyllisch plekje. Een bank staat er uitnodigend bij om een boterham te eten en een kop koffie te drinken. Had ik die maar bij in plaats van al die overbodige prullen in mijn rugzakske! Er staat een groot bord : “verboden om te vissen, salamanders, kikkers of eenden te vangen en te behouden!”. Wie zou dat nu willen doen?


Eendepoel

Weer verder. Wat later kom ik terug op zo’n ‘autostrade’. Om de minuut kruist me wel een jogger. Ik vind dit een beetje saai gezien de vorige paadjes maar ik kan er wel wat meer tempo in zetten. Ik zie nu om de honderd meter paaltjes staan die aan de joggers aanduiden hoever ze nog moeten lopen. Ik probeer aan de hand van die paaltjes en mijn uurwerk mijn eigen snelheid te meten maar dat blijkt niet te kloppen. Oftwel doe ik 2/uur oftewel 6. Noch het ene, noch het andere kan ik geloven. Maar wat geeft dat?

Het blijkt later dat ik weer eens een afslag heb gemist en dus verder ben gelopen. Aan de hand van een bord kan ik toch een andere weg nemen die me ongeveer terug op mijn plannetje brengt en uiteindelijk aan de “Konijnenberg”. Er is een bosklasje. Een juffrouw probeert wat uit te leggen aan een bende piepjonge, joelende kinderen. Het verteld me dat ik niet verkeerd kan zijn.

Noch de juffrouw, noch de kinderen bekijken me. Even later komt er een jogger achter me aan die ik niet heb horen aankomen, ik schrik me rot. Hij weet te zeggen dat er “nog een brave hond” volgt. Het bleek gelukkig zo te zijn. De hond was braaf. Daarbij kan ik niet anders dan me de bedenking maken dat enkel ‘oudere’ wandelaars dag zeggen. Zogenaamde ‘atleten’ blijken daar geen adem meer voor te hebben; de jonge dames met een “wit oorke” hebben geen tijd. Het zal zo wel zijn. Alleenlijk maak ik me dan de bedenking dat enkel de ‘Vlaming’ tot een clan behoort die zijn eigen volk niet groet in de rimboe. En dat een mens met een rugzakske en botinnen te ruig, te vies en te onbetrouwbaar is. Hij die niet loopt maar stapt kan enkel ‘raar’ zijn. Toch?

Na wat omweg kom ik op het laatste stuk. Een rechte dreef terug naar de rijbaan. Onderweg zie ik een kast van een landhuis staan, hermetisch afgesloten door een hek. De dreef is rechtdoor en wat saai. Na een fikse stap ben ik terug aan de auto.


Bos in het water en drijvende stronk...

Voor wie niet veel tijd heeft is dit een aanrader. Het is werkelijk een mooi boske. Wat te klein misschien, maar in Vlaanderenland? Het blijkt dat ik de aanduidingen van de wandelroutes in de omgekeerde richting heb gevolgd. Nog kunnen ‘verloren’ lopen heeft toch ook charme?
Het planneke van Arco deugd niet. Dat is véél te summier, de beschrijving is beter. Maar op zo’n ding zou ik me niet gewagen in een Ardens bos... De afstand klopt ook niet volgens mij. Het staat aangeduid als zijnde 6,5 km en ik heb hier 2 uur over gedaan. Misschien heeft dat te maken met de stukken dat ik verkeerd ben gelopen maar ik kan het moeilijk geloven. Naar mijn gevoelen is dit eerder 7 of 8 km.